Zoogdieren

Langs de route zijn veel zoogdieren te zien. Koeien, schapen, paarden, maar gelukkig nu en dan ook andere dan huis- en landbouwdieren. Rond Zuidwolde leven veel reeën. Op de route is de grootste kans om reeën te zien het gebied ten noorden van het Faliebergbos en het gebied langs het pad door het Ekelenbergbos. De reeën grazen (laveien) vooral ’s morgens vroeg en ’s avonds in de schemering. Vanaf de Faliebergweg zijn ze dikwijls te zien. In de herfst en winter verenigen ze zich tot grote groepen van één of meerdere sprongen en dan kun je er soms wel 10 of meer tegelijk zien.

Goed kijken

Zoogdieren zijn vaak schuw of het zijn nachtdieren. Er zijn bijvoorbeeld muizen genoeg, maar je ziet ze alleen wanneer je heel goed oplet en luistert. Bij eekhoorns is dat gemakkelijker. Ze komen de laatste jaren steeds meer voor en ze komen tot midden in het dorp. Soms zie je ze spelen, rennen en vliegen door de boomtoppen achter elkaar aan. Andere marterachtigen zoals bunzings, steenmarters en wezels zijn er wel, maar je ziet ze maar zelden.

Dassen waren altijd zeldzaam, maar ze komen tegenwoordig steeds vaker dichtbij het dorp voor. Ook langs het Vlinderommetje zijn ze gezien en ten noorden van Zuidwolde hebben ze een nieuwe burcht gegraven. Wees dus niet verbaasd wanneer je op de Steenberger Es of langs de westrand een keer een das ziet. Hazen en konijnen kun je ook tegenkomen, maar niet in grote aantallen. Dan zijn er nog de vliegende zoogdieren: de vleermuizen. Die zijn vanaf het voorjaar tot laat in de herfst in de schemering te zien. Ze vliegen rond, herkennen met hun sonarsysteem insecten zoals nachtvlinders en doen zich daaraan te goed. Ze zijn langs alle delen van de route waar te nemen.

Wie bijzondere zoogdiersoorten ziet, kan dat (liefst met datum, plek en foto) doorgeven via info@natuurverenigingzuidwolde.nl.

Eekhoorn in het Faliebergbos die een jong versleept

Vleermuizenkasten

In maart 2012 zijn 5 kasten opgehangen lang de route die niet bedoeld zijn voor vogels, maar voor Vleermuizen. Gedurende de zomermaanden zoeken Vleermuizen via de spleet aan de onderkant een ruimte om overdag te verblijven. Van daar uit gaan ze ’s nachts op jacht naar prooi, voornamelijk insecten zoals nachtvlinders. Er zit onder het kastje een doorzichtig plaatje waarop je aan eventuele poepjes kunt zien of de kasten ook werkelijk bewoond zijn.

Vleermuiskasten